Armenzorg is vanaf de middeleeuwen tot ver in de twintigste eeuw vooral een zaak voor het particulier initiatief geweest en aanvankelijk vooral voor de kerken.

De eerste bemoeienis van hogerhand deed zich voor aan het begin van de Eerste Wereldoorlog, toen Koningin Wilhelmina de opdracht gaf tot de vorming van een Koninklijk Nationaal Steuncomité, dat de noodhulp toegankelijk moest maken voor alle armen ongeacht hun religie. Dit initiatief leidde er in 1917 toe dat de Armenraad in ’s-Gravenhage uit zijn midden de Commissie tot bevordering van Samenwerking benoemde.

In Den Haag werd in 1972 de Commissie tot bevordering van Samenwerking omgevormd tot de Stichting Samenwerking Sociale Fondsen (SSSF). De organisatie veranderde, de opdracht bleef vrijwel dezelfde. Het zal duidelijk zijn dat de SSSF door de jaren heen een sterk wisselend aantal aanvragen te verwerken heeft gekregen. In tijden van economische voorspoed liep het aantal aanvragen terug; in crisistijden nam het toe.

In 2018 is de SSSF een nieuwe werknaam gaan voeren: Sociale Fondsen Den Haag. De naam veranderde maar het doel bleef en blijft hetzelfde: het bieden van hulp aan Haagse burgers die door omstandigheden in een noodsituatie zijn geraakt.